Bevroren geluk
Het Mora-moment
Midden in de supermarkt bij het diepvriesvak ter hoogte van de bevroren bitterballen en bamischijven, liet je mij al schoppend weten dat je er toch echt bent. Nu al een fijnproever, heerlijk! Uit schrik scande ik spontaan twee keer de bevroren groente. Met de ijskoude zak nog in mijn ene hand en de scanner in de andere, riep ik Tom. Ik durfde niet te bewegen in de hoop dat Tom ook even kon kennismaken met zijn zoon.
Als een ware Verstappen racete Tom met zijn blauwe karretje naar me toe en stond hij met grote ogen voor me. Met twee volle handen in de lucht seinde ik zonder te bewegen met mijn ogen naar mijn buik. ‘Ik voelde hem! Nonderju hij is er gewoon echt, Tom! Ik voelde hem echt!’ Daar stonden we dan in het sfeerloos TL-licht omringd door zoemende koelkasten, met een de allergrootste grijns op ons gezicht. Het kon ons niet bommen. ‘Nonderju nou, ik voel hem ook!’, riep Tom.
Alles is anders, gewoon anders
Vanaf het moment dat ik die twee streepjes zag is er iets veranderd in mij. Al van kleins af aan had ik het idee dat mensen mij meteen kunnen doorgronden. Zo stond ik ooit eens na het halen van een onvoldoende op school bij de bakker, die niks anders vroeg dan: ‘Anders nog iets?’ waarop ik reageerde met: ‘Iedereen haalt wel eens een onvoldoende hoor meneer!’ en de zak croissants uit zijn handen griste. Zo ook nu, was ik er heilig van overtuigd dat mensen het aan mij konden zien, ruiken of voelen dat ik een mens aan het produceren ben. ‘Ik denk dat ik voor de pastasalade ga. Ja, ja je bent zeker zwanger! Huh?!’
Chaos in de bovenkamer
Van biologieles heb ik in ieder geval één ding onthouden, dat je van een zwangerschap dik wordt. Maar dat je hele hebben en houden in die penthouse bovenin je lichaam totaal zijn eigen weg gaat, was me niet bijgebleven. Zo stond ik laatst een minuut lang op het knopje van mijn autosleutel te drukken om de huisdeur open te krijgen. En ging ik voor koffiebonen naar de supermarkt en kwam terug met koekjes, melk, suiker, zoetjes, feesthoedjes, slingers en confetti maar zonder die k*t koffiebonen.
Pikant sausje
Dat je ook emotioneel ietsie pietsie prikkelbaarder bent dan normaal was nog zo’n dingetje waar ik geen notitie van had gemaakt in de les. Toen we voor Mevrouw/Meneer Janssen (ons transgender konijn) een kooi hadden gekocht met alles erop en eraan bleek thuis de drinkbeker stuk te zijn. Deze wilde ik graag omwisselen bij de servicebalie. Toen Jannie (zo noem ik haar maar even want het was een echte Jannie) opmerkte dat de rest van de kooi niet had meegenomen, weigerde ze mij verder te helpen. Want volgens Jannie “kende hellemoal ginne halve producten nie ruilen nie”. Daar kreeg ze na 2 minuten enorm spijt van.
Ik ontstak in een soort oerwoede. Iets wat alleen iemand met valsspelen bij mens-erger-je-niet in mij los kan maken. Er kwam iets uit me, in de trant van: “Dat k*t konijn zit daar toch in, Jannie”, “Ik kan geen kooi uit mijn reet toveren, Jannie”, “Ik ben Hans Klok niet, Jannie”, “Straks sterft dat konijn van de dorst door jou, Jannie”, “Steek hem anders in je…. Jannie”.
Graag wil ik via deze weg ook mijn excuses maken aan Jannie. “Alles gaat trouwens super met het konijn. Drinken dat ie doet, Jannie”.
#somskunjebeterjemondhouden
Mensen kunnen dus zulke rottige dingen zeggen als ze weten dat je zwanger bent. Ik geef je wat suggesties in dingen die je beter niet kunt zeggen en hoe je in deze situaties zelf het beste kunt reageren. Anders mag je dus achter Jannie in de rij aansluiten. Neem gerust de tijd om nu even pen en papier te pakken.
‘Was het wel gepland?’
Nee, we komen hier enthousiast met zijn grote zus in een T-shirt ‘Yes, ik word grote zus’ vertellen dat het totaal niet uitkomt en dat delen wij graag met je mee?!
‘Jeetje wat een buik, zijn het er geen twee?’
Dit betekent dat ze je dus gewoon dik vinden. Je hoeft dus in deze situatie niet aardig te reageren. Mochten er hete bitterballen in de buurt zijn (die je zelf niet meer wilt). Prak ze langzaam stuk op zijn/haar voorhoofd.
“Ik was maar 8 kilo aangekomen tijdens mijn zwangerschap”.
Als er nog bitterballen over zijn één richting haar voorhoofd en één in je eigen mond.
‘Jij zwanger?! Ik vind jou helemaal geen moeder-type’.
Bestel nieuwe bitterballen…je kunt hier niet normaal op reageren.
‘Oh mijn bevalling dat was een ware hel, dacht dat ik dood ging. Ben jij niet bang voor de bevalling?’
Ja, dus ik heb besloten gewoon niet te bevallen. Als hij op de basisschool zit vraag ik hem dit krappe eenkamerappartement te verruilen voor een eigen doorzon-maisonnette-woning? Nou goed?!
Dankbaarheid voorop
Alle gekheid op een zwangerschapsstaafje. Ik ben in eerste instantie dolgelukkig en daarnaast ongelofelijk dankbaar. Dankbaar, dat het mij gegund is een gezond kindje te wereld te brengen. Dankbaar, dat het ventje al een grote trotse zus heeft die niet kan wachten tot ze mijn taak mag overnemen als mini moedertje. Dankbaar, dat ik een vriend heb die mijn grillen gelaten accepteert en zonder vragen bitterballen bestelt en ze uiteraard mee op eet.
Niet vanzelfsprekend
Helaas is het krijgen van een kindje, hoe normaal het ook lijkt, niet vanzelfsprekend. Het uitwijken naar alternatieven is vaak alleen weggelegd voor de meest vermogende onder ons. Het is een oneerlijk en frustrerend proces vol onzekerheden. Zo ook voor Paul en Kim. Zij zouden graag samen een kindje krijgen alleen is dat op de natuurlijke manier niet mogelijk. Ze zijn dolblij dat ze nu een kans krijgen dit te doen via een draagmoeder alleen ontbreekt het hen helaas nog in middelen.
Met iedere bijdrage zijn zij een stapje dichterbij hun eigen ‘bevroren geluk’. De blijdschap van een nieuw leventje gun ik iedereen.