Appelmoes frustratie
Als iets wordt onderschat in het leven dan is het wel mijn naïviteit en mijn belabberde richtinggevoel. Al heeft dat laatste niets met dit verhaal te maken, is het wel heel onpraktisch. Het is die naïviteit die er voor zorgt dat ik geregeld in de problemen kom omdat ik dingen te onbevangen onderneem in de veronderstelling dat het allemaal wel losloopt. Zo ook ons tripje naar IKEA op een zaterdagmiddag met een humeurig kind en een gefrustreerde vriend. Het was namelijk een week later dat we door diezelfde IKEA moesten om de verkeerde spullen weer om te ruilen.
Behendig omzeilden wij de drommen mensen en zigzagden door de gangpaden op zoek naar de juiste producten op ons lijstje. Hoe meer paden we achter ons lieten des te grimmiger de sfeer in de kinderwagen begon te worden. Alle trucjes ter afleiding toverde ik één voor één uit de luiertas maar het mocht niet baten. Tibbe is geen fan van IKEA, wel van de kinderafdeling maar daar ben ik dus geen fan van want dan krijg ik hem die kar niet meer in geluld.
Halverwege is er een baken van rust, grapje natuurlijk, IKEA kent geen rust. Ergens tussen de showrooms en het magazijn zit het befaamde IKEA restaurant. Een plek waar je voor weinig geld kunt eten. Helemaal omdat wij voedselbonnen (of dinercheques, het is toch geen oorlog) hadden gekregen voor de verkeerde artikelen. De keuze om hier op dat moment gebruik van te maken was, zacht uitgedrukt, niet de meest briljante keuze ooit. Nu blijf ik een Pols en als iets gratis is of belachelijk goedkoop bied ik net zoveel weerstand als een bejaarde tijdens een griepgolf. Dus we drukte door, pakte zelfs zo’n karretje waar je dienbladen in kon zetten. Nu liepen we allebei met een karretje. Tom met een karretje met eten waar je om kan janken en ik met een kind die niet stopte met janken. Touche!
“We besloten een tactische plek
te kiezen om zo de controle terug
te krijgen in de situatie en alle emoties
met voedsel te verzachten”.
De spanning bleef zich opbouwen en manifesteerde zich in een enorme brok in mijn keel. In dit soort situaties wordt beetje bij beetje de luchttoevoer uit mijn keelgebied ontnomen. We besloten een tactische plek te kiezen om zo de controle terug te krijgen in de situatie en alle emoties met voedsel te verzachten. Deze tactiek was een plek aan de kinderarena. Een soort plastic Colosseum waar aan de binnenkant speeltoestellen en schermen zijn bevestigd. Die krengen zijn dus niet hermetisch en geluiddicht afgesloten dus kinderen kunnen er ook gewoon weer uit. Niet goed over nagedacht door die Zweden. Terwijl de kinderen die wel luisteren vrolijk in die arena aan het spelen zijn, kunnen ouders vanaf het barretje bovenop de kinderen in de gaten houden. De doorzichtige plexiglas rand zorgt voor een solide afscheiding. Echt doorzichtig is het niet meer hoor, eerder matglas door lagen kindersnot en spuug tegen die rand.
“De droge couscous blijft steken
achter de wanhoop in mijn keel”.
Vanachter dat matglas kijken 2 donkerbruine oogjes naar Tibbe die ondertussen vastgesnoerd in een kinderstoel compleet over de rooie gaat. Hij wil zijn appelmoes met een te grote lepel eten, de appelmoes zit overal behalve in zijn mond. In die hele pleuris IKEA breek je je nek over het kinderservies en dan zit je in hun restaurant en is er geen graftakken kinderlepel te vinden. Ik probeer stug door te eten maar vanachter het matglas verzamelen er steeds meer kleine oogjes die naar Tibbe kijken. De droge couscous blijft steken achter de wanhoop in mijn keel. Als ik over de kinderarena heen kijk zie ik dat volwassen ogen nu een collectief vormen mijn kant op. Het staat geschreven in hun ogen: ”Doe iets, mens. Doe dan alsjeblieft iets.”
“Nu was ik die moeder geworden
die ik vroeger zelf altijd schaamteloos aanstaarde uit irritatie omdat ze haar kind niet onder controle had”.
En dan doe ik iets. Ik geef het kleine appelmoes kuipje terug aan Tibbe samen met de te grote lepel zodat hij hopelijk stopt met huilen en gaat eten. Een niet te snuggere beslissing aldus een snauwde Tom. Ik geef hem niet graag gelijk maar echt ontkennen kon ik hierna niet meer. Je denkt vast ach wat zit er nu in zo’n klein kuipje, wat kan daar nu mee misgaan? Tibbe’s frustratie kwam samen in een grote zwaai gecombineerd met een gretige kneep van beide handjes om dat kleine kut kuipje. De appelmoes droop van mijn kruin via mijn slaap naar beneden en plakte als goedkope haargel mijn haar als klonten aan elkaar. De klodders gratis appelmoes droop langs het plexiglas naar beneden. Van schrik hadden de kinderen achter het matglas een stapje terug gedaan. De ouders die hiervoor nog zo minachtend naar me keken hadden nu een blik van plaatsvervangende schaamte. Het was gelukkig dit keer niet hun kind.
Nu was ik die moeder geworden die ik vroeger zelf altijd schaamteloos aanstaarde uit irritatie omdat ze haar kind niet onder controle had. We besloten naar huis te gaan. In de achteruitkijkspiegel zie ik de blauw gele letters kleiner worden zo ook de oogjes van mijn zoon. Hij had alles gegeven tot de laatste drup appelmoes aan toe. Ik voelde mij enorm schuldig dat ik mijn kleine Tibbe in deze situatie had gebracht terwijl hij alleen maar wilde laten zien dat hij zelf kon eten.
Veel relaties worden getest met het in elkaar zetten van een IKEA kast. Die van ons lag nog in 100 stukjes achter in de auto en de spanning zat in klodders vast in mijn haar. Tom keek op zij en grapte: “Gelukkig hebben hebben we wel gratis gegeten.” Blijft toch een man naar mijn hart!
Liefs,